5 oktober 2015

Tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen, een zegen?

De Commissaris van de Koning in Noord-Holland heeft tijdens een jubileumbijeenkomst van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters gepleit voor mogelijkheden tot hard ingrijpen als de lokale politiek faalt. Als voorbeelden noemde hij het aanstellen van een regeringscommissaris, gedwongen herindeling en tussentijdse ontbinding van de gemeenteraad voor nieuwe verkiezingen. Het aanstellen van een regeringscommissaris is al geregeld in de Gemeentewet, hoofdstuk VIII, paragraaf 3 (artikelen 123 t/m 124h) en voor het laatst ingezet in 1951. Gedwongen herindeling is op dit moment op basis van de Wet algemene regels herindeling al mogelijk, zij het dat de politiek in Den Haag in het algemeen sceptisch staat ten opzichte van een opgelegde herindeling. Het landelijke Beleidskader herindeling formuleert criteria waaraan bij een herindeling getoetst wordt. Een van die criteria is draagvlak. Bij een gedwongen herindeling komt vaak voor dat bij een of meerdere betrokken gemeenten geen draagvlak bestaat waardoor een herindeling uiteindelijk door Eerste- en Tweede Kamer wordt afgestemd.

Nieuw in zijn pleidooi is het scheppen van de mogelijkheid om tussentijds de gemeenteraad te ontbinden en nieuwe verkiezingen te houden. In tegenstelling tot de Tweede Kamer is tussentijdse ontbinding en dus verkiezingen bij gemeente en provincie thans niet mogelijk. De eveneens bij de bijeenkomst aanwezige Minister van BZK schudde veelbetekenend neen bij dit voorstel en was niet bereid dit standpunt inhoudelijk toe te lichten. De vraag die rijst is of het niet tijd wordt om dit wel mogelijk te maken. Wij zijn een volwassen democratie en waarom mogen inwoners bij het disfunctioneren van een gemeentebestuur niet eerder naar de stembus dan de geplande vierjaarlijkse gemeenteraadsverkiezingen. Als een Kabinet door intern functioneren of verlies van vertrouwen van het parlement aftreedt en de Kamer ontbindt kan de burger zich uitspreken over het gevoerde beleid en desgewenst andere voorkeuren uitspreken. Dat vinden wel allemaal heel normaal, hoewel de stabiliteit van een land niet gediend is bij steeds terugkerende verkiezingen binnen een periode van vier jaar. Kennelijk vindt onze regering dat lokaal wat dat betreft de democratie nog niet volwassen genoeg is. Ik vind dat de zoveelste gemiste kans om het binnenlandse bestuur te hervormen.

Het mogelijk maken van tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen vereist een wijziging van de Grondwet. Als het komt tot een wijziging van de Grondwet zou meteen een regeling kunnen worden opgenomen voor het afsplitsen. Nu is afsplitsing mogelijk op grond van artikel 67 Grondwet respectievelijk artikel 27 van de Gemeentewet. Ik ben de mening toegedaan dat die mogelijkheid alleen moet worden toegestaan voor degenen die op basis van voorkeursstemmen rechtstreeks in het vertegenwoordigend orgaan zijn gekozen. Voldoe je niet aan deze eis dan dien je de zetel terug te geven aan de partij die je op dat moment vertegenwoordigd. Volksvertegenwoordigers die niet op basis van eigen kracht zijn gekozen mogen zich wat mij betreft niet op de genoemde wetsartikelen beroepen. Ik ben dus een warm voorstander van tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen en vind het dus een zege. Nu gemeenten al meer taken van het Rijk overnemen en – wellicht – straks ook een ruimer belastinggebied krijgen, moet er tussentijds afgerekend kunnen worden en niet pas aan het einde van hun termijn.